Karate Jutsu is een praktische vorm van Karate gericht op zelfverdediging. De zelfverdedigingstoepassingen zijn grotendeels ontleend aan Kata, bijvoorbeeld uit de Pinan Kata, Kushanku, Naihanchi en Bassai. Ze bevatten verschillende technieken die ook in het (kick-)boksen, judo en jiu-jitsu voorkomen en zijn goed toepasbaar in een realistische situatie.
Geïnspireerd door mensen als Patrick McCarthy (Koryu Uchinadi Kenpo Jutsu), Vince Morris, Iain Abernethy en John Burke werd bij Budo In de Toelast les gegeven in Karate Jutsu met een eigen les- en examenprogramma. De lessen kenden een zorgvuldige opbouw van eenvoudig (de dingen die je als eerste moet weten en kunnen als je jezelf moet verdedigen) naar meer ingewikkeld (toepassingen met worpen, klemmen en verwurgingen). Ook was er aandacht voor het verkrijgen van een goede conditie; een goede zelfverdediging begint met fit zijn.
In de lessen werd doelgericht gewerkt vanuit drie afstanden: stoot-/trapafstand – clinchen/vastpakken/werpen – grond, zowel voor het oefenen van de toepassingen als voor het sparren. Er werd veel gebruik gemaakt van zogenoemde doorgaande oefenvormen (flow drills), een manier om technieken op een logische en vloeiende wijze veel en intensief te oefenen.
Basis voor bewegen, stoten en trappen was Wado Karate.
Lees hier meer over de achtergronden en ideeën over het vinden en beoefenen van toepassingen in Kata.