Interview Taiko

In april 2013 zijn Dick en Albert geïnterviewd door Jerry Smit voor het periodieke magazine van de KBN, de Taiko. In het artikel lees je meer over de ideeen en achtergronden van de Bunkai Jutsu lessen die Dick en Albert geven.

“Wado Karate Jutsu”

In 1995 was de eerste training van Patrick McCarthy in Nederland. McCarthy opende vele karateka de ogen door zijn systematische wijze van lesgeven. Hij liet ons zien dat elke beweging in karate een betekenis heeft. Elke positie van de hand, de arm en het lichaam, alsmede de standen hebben een betekenis; een functie.

Bewegingen die al jaren werden getraind in de kata kregen diepgang door er een betekenis aan te geven. Een vaak andere betekenis dan we tot dan toe dachten. Karate bleek veel meer een ‘grappling art’ te zijn. Vastpakken, impact maken, wurgen en klemmen. Ze werden opeens zichtbaar in de kata. Ook het gebruik van de vitale punten en het effect daarvan kreeg een plek.

Twee Wado Karateka uit Haarlem zijn zodanig geïnspireerd geraakt door de inzichten die McCarthy tentoonspreidde dat zij vanuit de principes die McCarthy ons heeft getoond over de jaren, een serie boekjes hebben samengesteld waarin de zes basiskata van het Wado worden uitgelegd aan de hand van principes.

De auteurs hebben al een paar keer een stage verzorgd in mijn dojo waarbij ze de technieken uit hun boekjes demonstreren, toelichten en laten oefenen. Fijne mooi opgebouwde lessen met een goede balans tussen leren en werken. Ik stel ze graag aan u voor via dit interview; Dick Smolders en Albert Bouma, twee fijne collega’s uit mijn eigen stad Haarlem.

Het interview vindt plaats bij Dick thuis op zijn prachtige locatie bij de Grote Markt in hartje centrum Haarlem, waar ook zijn dojo is gevestigd. Ik word getrakteerd op een heerlijke homemade Japans/Thaise soep en verse sushi van het restaurant om de hoek. Dick ken ik al heel lang. Een bescheiden en vriendelijke man. Enthousiast gemaakt door Jan Kallenbach voor karate ongeveer 40 jaar geleden. Jan en Dick zijn beiden docent lichamelijke opvoeding geweest en kennen elkaar van de Academie voor Lichamelijke Opvoeding. Dick is een Wado Karateka pur sang. Altijd op zoek naar effectiviteit en open voor alles wat bruikbaar is. Dick is wars van politiek, status en pretenties. Lekker trainen en plezier hebben in wat je doet is voor hem essentieel. “Er is geen absolute waarheid. Het gaat om onderzoeken van wat je doet en het verkrijgen van inzichten in toepassingen en principes.”

Dick en Albert zijn enthousiast en bevlogen. Ze vertellen over hun achtergrond en hoeveel ze leren van het schrijven van de boeken. Inmiddels zijn er drie uitgebracht en nummer 4 is in de maak. ( zie voor de hele serie 1 t/m 6 onder het kopje boeken)

Elk boekje bevat een thema dat is uitgewerkt in een basiskata. Deel 1 gaat over basis zelfverdediging vanuit Kihon no kata. Deel 2 richt zich op stoten en trappen met als voertuig Pinan Shodan. In deel 3 wordt Pinan Nidan uitgelegd aan de hand van bevrijdingen.

“Op deze manier kunnen we themagerichte mogelijkheden laten zien en de lezer inspireren om zelf verder te gaan denken en doen”, vertelt Albert. Albert is de assistent van Dick en instructeur Bunkai Jutsu. Hij beoefent nu ruim 25 jaar krijgskunsten waarvan 21 jaar Karatedo. Albert is groot en stevig gebouwd en net als Dick rustig en bescheiden.

 

Hoe zijn jullie met het onderwerp in aanraking gekomen?

Dick glimlacht en vertelt. Ik was bij de eerste stage van Patrick McCarthy, georganiseerd door wijlen Harry de Spa in 1995. Daarna ben ik PMcC blijven volgen en heb ik later ook de stages van Vince Morris en Bruce Miller bezocht. Albert heeft zich daar vanaf 1999 bij aangesloten. We hebben ook samen met Albert Bouma en Roeland Cuppers een 3-tal stages voor Patrick Mc Carthy in Amsterdam georganiseerd, met overweldigend succes. Verder zijn we geïnspireerd door onder meer de boeken en DVD’s van George Dillman, Iain Abernethy en John Burke.

 

Wat is de doelstelling van jullie boekjes?

Een kata als vorm is mooi, maar kata is slechts een middel om technieken over te dragen van leraar op leerling. Waar het om gaat is de betekenis van de bewegingen. Elke techniek heeft een praktisch toepasbare betekenis; de kata bunkai oyo. Met onze boekjes willen we inzicht geven in wat ‘kata bunkai oyo’ kan betekenen, hoe je hier zelf vorm en inhoud aan kan geven, welke gerelateerde aspecten er zijn en we wilden vooral met concrete voorbeelden komen.

Albert vult aan: De Pinan kata bevatten ruim voldoende toepassingen om jezelf te verdedigen tegen de meest voorkomende aanvallen zoals vastpakken en slagen naar het hoofd. Dat hebben we als uitdaging opgepakt. We zijn nog bezig, maar we hebben nu al 36 toepassingen uit drie kata. (ondertussen is de hele serie af!) Verder geven we tips om kata zelf te kunnen ontleden, benoemen we de pressure points (Kwetsbare punten) en het werken vanuit de principes.

Sinds een aantal jaren is bunkai  een onderdeel van het danexamen bij de KBN. We helpen karateka via onze boekjes en stages bij de voorbereiding op dit onderdeel.

“We vinden het leuk en inspirerend om onze kennis met anderen te delen en doen dit via de boeken en het geven van seminars.”

 

Hoe zijn jullie te werk gegaan bij het ontdekken van de toepassingen?

We hebben de geleerde uitgangspunten en principes voor het ontleden van de kata op de kata van onze ‘eigen’ Karatestijl (Wado) toegepast. Onze doelstelling was om de toepassingen naadloos op elkaar aan te laten sluiten, zodat de bewegingen uit de kata in combinatie met de betekenis ervan zonder onderbrekingen achter elkaar kunnen worden uitgevoerd.

Verder wilden we aan alle technieken een betekenis geven en willen we op zoveel mogelijk verschillende aanvallen een antwoord uit de kata halen, in ieder geval de in de zelfverdedigingspraktijk meest voorkomende aanvallen.

Ook moeten het aanvallen en verdedigingen zijn die praktisch goed bruikbaar zijn in concrete zelfverdedigingssituaties. Tenslotte zijn de kata daar oorspronkelijk voor bedacht.

 

Ieder kata heeft een thema. Waarom is dat?

Toen we door hadden hoe we toepassingen konden ontdekken waren er zoveel mogelijkheden dat we daaruit een keuze moesten maken. Dit hebben we gedaan aan de hand van thema’s.  Ook merkten we dat elk kata een eigen karakter heeft dat we gemakkelijk konden verbinden aan de verschillende thema’s. Verder gaf het ons de mogelijkheid om te werken met een oplopende moeilijkheidsgraad. Zo beginnen we bij Kihon-no-kata met basiszelfverdediging en eindigen we bij Pinan godan met verwurgingen.

 

Hoe geven jullie les in jullie eigen dojo?

Naast Karate Do trainen we met name de tweetaloefeningen uit de boeken, ondersteund met daarvan afgeleide basistechnieken en  flow drills, een oefenvorm die veel beoefend wordt in relatie tot bunkai/oyo. De tweetaloefening herhalen wij dan weer via de solovorm. Dus eerst de tweetalvorm, dan pas de solovorm.

 

Waarom juist Kihon-no-Kata en de Pinan kata?

Kata bunkai oyo is tot op heden vaak iets voor de (ver)gevorderde karateka. Zij gaan dan vaak aan de slag met de ‘gevorderde’ kata. Wij willen de bunkai juist toegankelijk maken voor alle karateka. Dus ook de beginners, juist de beginners. Dus liggen de basiskata voor de hand. Bovendien hoef je helemaal geen ‘gevorderd’ kata te nemen om mooie toepassingen te vinden. Juist de basiskata bevatten diverse mooie toepassingen.